Case
Case overzicht

Gezondheidscentrum Leven zet vol in op digitale communicatie en preventie

Voor het project ‘De Praktijk van de Toekomst’ volgt PharmaPartners drie innovatieve huisartsenpraktijken. Hoe spelen zij in op de veranderingen binnen de eerstelijnszorg? Wat is hun visie voor een toekomstbestendige huisartsenpraktijk? En welke rol spelen digitale oplossingen daarin?

Gezondheidscentrum Leven is opgericht in 2020 en bestaat uit twee praktijken: een overgenomen praktijk in Ridderkerk met 5500 patiënten en een nieuw opgezette praktijk in Gorinchem met meer dan 300 patiënten. Om de uitdagingen in de huisartsenzorg aan te pakken, vindt Huisarts Gordon Oron van Gezondheidscentrum het belangrijk om meer tijd voor de patiënt, leefstijlverbetering en preventie te hebben. Digitalisering is een middel dat dit mede mogelijk helpt te maken.

Hoge werkdruk en toenemende zorgvraag

De praktijken van Gordon Oron zetten volledig in op digitalisering. De huisarts legt uit waarom dat is: “De werkdruk in de huisartsenzorg is ontzettend hoog en de zorgvraag neemt alleen maar toe. Ik heb het zelf nooit opgezocht, maar ik heb wel eens gehoord dat als de zorgvraag in het huidige tempo blijft stijgen, 25 procent van de Nederlandse bevolking in de zorg moet werken om de vraag te kunnen bijbenen. Dat is geen realistisch scenario, dus moeten we op een andere manier gaan werken. Bijvoorbeeld door meer gebruik te maken van digitale hulpmiddelen.”

Digitaal contact is de norm

“In onze praktijk in Gorinchem maken alle patiënten zelf afspraken via MijnGezondheid.net of de MedGemak app. Denk daarbij aan het plannen van fysieke, telefonische en videoconsults en visites. Ik heb daarom de inkomende telefonie beperkt tot een spoedlijn, een terugbeloptie, een intercollegiale lijn en een herhaalreceptenlijn. Met die laatste overweeg ik te stoppen want deze wordt zelden tot nooit meer gebruikt. Dat gaat allemaal via MijnGezondheid.net. Voor de terugbelverzoeken hebben we per dag vier tijdsblokken van een half uur gereserveerd. Dit is voor ons zeker een antwoord op het tekort aan assistentes. Het blijft hierdoor overzichtelijk en behapbaar en de wachttijden blijven onder controle.”

Minder wachttijden en gedoe

“Door de digitale aanpak begint het consult meer ontspannen, zowel voor mij als voor patiënten”, vertelt Oron. “Er is geen sprake meer van lange wachttijden aan de telefoon of gedoe aan de balie. En het komt minder vaak voor dat ik mensen met ernstige klachten pas te laat spreek. Bovendien zie ik minder mensen met hulpvragen die niet op het spreekuur thuishoren, omdat we die online al afvangen.”
Volgens Oron omarmen patiënten van Gezondheidscentrum Leven de digitale werkwijze. “Sommige patiënten schrijven zich speciaal bij ons in omdat we goede digitale service bieden. Bijna alle huidige patiënten zijn blij met de digitale werkwijze, en wij als zorgverleners ook.”

 

Digitale diensten zijn voor iedereen

Natuurlijk is er ook kritiek op digitalisering van de huisartsenpraktijk. “Een veelgehoord argument is dat digitaal contact een vorm van patiëntselectie is, maar ik heb patiënten van alle leeftijden uit alle sociale lagen van de maatschappij. Mijn oudste patiënt is een man van 89 en zelfs hij is tevreden met het portaal. Hij maakt er onder andere afspraken mee en vraagt er zijn medicatie aan. Mensen zijn het al jaren gewend om zaken online regelen. Denk aan bankieren, verzekeringszaken en sociale diensten. De zorg is de laatste sector waar communicatie nog beperkt digitaal verloopt.”

Oron denkt dat de vrees voor digitalisering meer bij de zorgverleners ligt, dan bij de patiënt zelf. “Leeftijd, afkomst en opleidingsniveau van patiënten zijn weliswaar van invloed op hoe snel zij digitale oplossingen leren gebruiken, maar ze zijn niet blokkerend. Bovendien moeten zorgverleners ook de tijd nemen om een nieuwe werkwijze aan te leren. Toen ik begon was het best spannend. Maar ik heb het inmiddels al redelijk in de vingers. Ik weet hoe ik de software moet gebruiken en leer er ook op te vertrouwen.”

Oron is het niet eens met de aanname dat digitalisering de afstand tot patiënten vergroot: “Patiënten voelen zich gehoord omdat het proces soepel loopt en omdat ik meer voorkennis heb als ik ze spreek dankzij hun input in het portaal. Zoals mijn collega Vladan Ilić, oprichter van Westerdokters, al zei: dankzij kille technologie is de band met mijn patiënten warmer dan ooit.”

Meer tijd voor de patiënt en vaker de spreekkamer uit

Gezondheidscentrum Leven is al goed op weg naar een digitale werkwijze. Maar om toekomstige uitdagingen het hoofd te kunnen bieden, moet er nog meer veranderen volgens Oron: “Het begint en eindigt met meer tijd kunnen besteden aan de patiënt. In de regio Gorinchem zijn we daar vijf jaar geleden mee begonnen in een pilot van een lokale huisarts. Dat leidde tot meer werkplezier, een hogere patiënttevredenheid en een afname van het aantal verwijzingen met maar liefst 18 procent! Het aantal consulten per probleem nam ook af, omdat we beter in staat waren de vraag achter de vraag te achterhalen.”

“Daarnaast moeten we vaker de spreekkamer uit. Nederland telt 1,2 miljoen diabetespatiënten. Bij 70 procent van die mensen is dat een direct gevolg van hun leefstijl en leefomstandigheden. Op dat gebied kunnen we als huisartsen veel winst boeken om de werkdruk en zorgvraag te verminderen. Als we meer activiteiten buiten de spreekkamer hebben en meehelpen met initiatieven die leiden tot een gezondere leefstijl, dan kunnen we voorkomen dat mensen patiënten worden. Dat geldt niet alleen voor mensen met diabetes, maar bijvoorbeeld ook voor mensen met hart- en vaatziekten of depressieve klachten en burn-outs.”

Diagnostische triage en betere samenwerking

Vrijwel alle huisartsen willen meer tijd voor de patiënt, maar door de huidige werkdruk lukt dat niet altijd. Daarom pleit Oron voor betere samenwerking in de sociale dienstverlening. “Ik hoop binnen een paar jaar goed samen te werken met de gemeente, complementaire zorgverleners en een aantal scholen. Dat netwerk ben ik nu al aan het opzetten. Een heleboel patiënten maken namelijk gebruik van complementaire zorg, maar vertellen dit niet aan de huisarts; bijvoorbeeld vanwege angst voor de reactie van de huisarts, of doordat ze denken dat het niet relevant is. Daardoor zijn we soms met meerdere zorgverleners bezig met dezelfde patiënt zonder dit van elkaar te weten. Dat is niet efficiënt en kan risicovol zijn, bijvoorbeeld vanwege interacties van geneesmiddelen.

Daarnaast denk ik dat diagnostische triagesystemen kunnen helpen de druk te verminderen. Patiënten vullen daar hun klachten in en er blijft een lijstje van drie à vier mogelijke diagnoses over. Er zijn al een aantal systemen die behoorlijk accuraat zijn. Daar heb ik hoge verwachtingen van om de spreekuurvoorbereiding te vergemakkelijken. Ook triage op urgentie is een oplossing die bijdraagt aan het verlagen van de druk in de praktijk. Een oplossing waarbij wordt gekeken of de klacht wel of niet urgent is en daarbij dus wel of geen voorrang krijgt.”

Consult Voorbereidende Vragenlijsten en thuismetingen

Oron kijkt dan ook uit naar de Consult Voorbereidende Vragenlijsten (CVV) van PharmaPartners. “Ik zie de module CVV als een eerste stap naar het makkelijk kunnen delen van allerhande thuismetingen. Ik wil bijvoorbeeld niet alleen lengte, gewicht, bloeddruk en glucosewaarden weten, maar ook het aantal stappen dat een patiënt zet, zijn hartslag in rust en bijvoorbeeld het aantal minuten dat hij of zij dagelijks mindfulness doet. Dat kunnen we weliswaar nog niet allemaal bijhouden, maar ik zou graag door een systeem op de hoogte willen worden gebracht van afwijkende trends. Denk aan een rusthartslag die plotseling structureel hoger is. Een vervolgstap daarop zou een zelflerend systeem zijn dat meteen passende acties voorstelt. We moeten van reactief naar proactief zorg verlenen. Onder aan de streep levert dat tijd op en de betrokkenheid van de patiënt zal toenemen. Daar ben ik van overtuigd.”

De eerste stappen naar de praktijk van de toekomst

De praktijk van de toekomst staat er niet ineens. Het begint met kleine eerste stappen. Welke tips heeft Oron voor andere praktijken? “Nieuwe dingen gaan nooit in één keer perfect. Dat is niet erg, zo lang je maar blijft reflecteren en zaken blijft verbeteren.

Om te beginnen moet je zorgen dat je hele team achter de aanpak staat. Dat is niets nieuws meer, maar daar moet je wel in investeren. Besteed er meerdere werkoverleggen aan, zowel voorafgaand, tijdens als na de start van het traject.

Zoek daarnaast een kartrekker met affiniteit met ICT. Laat hem of haar eerst de kinderziektes ontdekken. Daarmee bedoel ik niet zozeer technische mankementen, maar vooral gebreken in de toepassing in de praktijk. Medicom en MijnGezondheid.net zijn uitgebreide applicaties, waar van alles mee kan. Maar je moet ze inzetten naar eigen smaak en afstemmen op de specifieke kenmerken van jouw patiëntpopulatie.

Benadruk ook naar je team dat het nooit in één keer goed gaat. En geef aan dat dat niet erg is. Als iets niet loopt zoals je wilt, vind je altijd samen wel een oplossing. En maak gebruik van de ervaringen van anderen.”

De praktijk van de toekomst is er dus nog niet, maar alle kleine beetjes helpen bij het aanpakken van de druk in de zorg. Oron: “Ik weet het, ik ben een dromer. Maar toch denk ik dat mijn praktijken – door onze digitale aanpak en focus op leefstijl, welzijn en preventie – kunnen bijdragen aan het verlagen van de werkdruk in de zorg.”

 

Download ""